zondag 4 oktober 2009
Tweeënvijftig jaar getrouwd. Of hoe franse chansons de avond redde.
donderdag 1 oktober 2009
woensdag 30 september 2009
Zondag ochtend
Einde
Ik ben niet iemand met suïcidale gedachte Ik denk gewoon graag na over het einde. Zoals er mensen zijn die nadenken over het begin, over het ontstaan; over alles zo denk ik na over het einde. Ik denk graag na over hoe alles afloopt over conclusies en afsluitingen. Ik wil graag het einde zien van een lange weg, ik kijk graag naar de klok die de aankomst van het nieuwe uur aangeeft. Ik zie graag in alles een climax.
Zo denk ik ook na over mijn eigen einde. Ik ben benieuwd hoe het is; het einde. Of alles dan duidelijk wordt of al mijn fouten zich dan herstellen. Misschien is er wel een tweede kans op alles, krijg je de mogelijkheid om iets recht te zetten. Ik vraag me dan af of mijn aan het eind van mijn tijd er een climax is. Dat de wereld zich vormt om mijn einde. Voor mij lijkt het me het allermooiste als alles zich tot een chaos cumuleert. Het zou het mooiste zijn als alles dan in slow motion gaat en ik kan zien wat er gebeurd maar door de magnitude van alles toch niets kan doen en het gewoon moet laten gebeuren. De totale machteloosheid en zekerheid van een einde lijken mij het aller mooiste.
De machinist van de intercity hangt bijna in de remmen. Met alle kracht in hem zorgt probeert hij het onvermijdelijke te vermeide. De vonkel vliegen onder beide treinen vandaan. Het geluid van de twee treinen die uit alle macht proberen om het onafwendbare te wenden. In mijn hoofd kan in de conclusie ook al zien, ik kan me in een honderdste van een seconde bedenken wat er gaat gebeuren. Je kunt verwachten dat je op zo’n moment weg wil, het tegenovergestelde is waar. Dit is waar ik mijn leven op gewacht heb. De chaos die zich binnen seconden ontvouwd is precies waarin ik mijn einde wil zien.
De twee treinen raken elkaar frontaal, de eerste wagons vouwen zich in elkaar als in een film. 2 blikjes die, verscheurd in elkaar overgaan en samen komen tot een kreukel van glas en staal. In een korte seconde van werelds geweld komt alles samen. Nadat de eerste wagons zich als een innige omhelzing zijn samen gedrukt, worden beide treinen omhoog geduwd om, na een bijna sierlijke dans, als twee logge nijlpaarden zijdelings op het spoor te knallen. Dit alles kijkt misschien nog het meeste op twee slakken die aan het vrijen zijn. Om mij heen hoor ik mensen schreeuwen. De twee vallende treinen blijven bewegen, nu als 2 kolossale starre slangen. Ze blijven schuiven richting mijn perron. In de laatste seconde kan ik zien dat er geen afwending meer is, het zal gebeuren en niemand kan er iets meer aan doen. Deze zekerheid geeft mij een intens gevoel van kalmte en geluk. Eindelijk is alles duidelijk. De twee treinen racen mij tegemoet. Vlak voor de delen mij raken voel in de schokgolf over mij heen wassen. Door de golf word de lucht uit mijn longen geperst. Als een van de delen van de trein mij raakt voel ik hoe het staal van de trein zich moeiteloos mij heen vouwt. Ruiten springen om me heen, ik voel hoe staal zich en weg door mij heen werkt, hoe scherven stukken lichaam van mijn botten scheuren.
In de laatste gedachten die door mijn hersenen gemaakt worden komen twee dingen voor: Ik kan me gelukkig voelen omdat ik voor een kort moment alles kan overzien, zonder twijfel weet ik wat er ging gebeuren. Daarnaast is er het aller mooiste gezicht. In de aller laatste seconde van mijn wezen kan ik glimlachen omdat zij bij me is.